Vrijdagmiddag column 12 juni 2020

12 juni 2020 | vrijdagmiddag column

De column van 5 juni 2020 eindigde als volgt: ‘Ook de huisarts krijgt geen contact met hem’. 

Column 12 juni 2020 uit het boek ROTZAKKEN, HOOFDSTUK 3 

Het is dan ook meteen duidelijk, er moet per direct een ambulance komen. Na een behoorlijke pressie van de huisarts kan de zieke in het ziekenhuis worden opgenomen op de afdeling neurologie. Er is namelijk voorgesteld om hem eerst in psychiatrie op te nemen, vanwege die verwardheid. Maar waar komt die hoge koorts dan vandaan? Het blijft een raadsel. In snel tempo, binnen tien minuten wordt alles geregeld.

De ziekenauto komt rustig aangereden, zonder sirene. De ambulance-broeders, die de patiënt op een brancard moeten vervoeren, vertellen dat hij helemaal niet merkt dat ie verplaatst wordt. Hij weet niet dat hij naar het ziekenhuis gebracht wordt.

Door zijn slechte toestand wordt er toch iets komisch gemist. Want in onze fabriek staat een binnenmuur. Deze binnenmuur, die in 1918 als buitenmuur gebouwd is, heeft een schitterend groot schuifraam in fraai glas in lood. Van het ene vertrek naar het andere wordt de zieke, terwijl hij vastgebonden op de brancard ligt, door dit raam heen geschoven. Dat scheelt een paar bochten nemen met die brancard. Dan rijdt de ziekenauto rustig richting ziekenhuis. Een verpleger zit achterin om de toestand van de patiënt in de gaten te houden. Ik zit voorin naast de chauffeur.

Dan volgt opname eerste hulp. Een neuroloog wordt erbij geroepen. De eerste opmerking van de neuroloog is dat er geen sprake is van ‘ziek zijn’.
“Deze mand maakt geen zieke indruk”.
Mijn vraag is dan meteen: “Kunt u dan verklaren waar die hoge koorts vandaan komt en waarom die man zo verward is?”

 

Er wordt vervolgens een paar keer gevraagd wat deze man gegeten of gedronken kan hebben. En omdat hij zelf niets weet, komen wij er ook niet achter. We zijn wel kort van tevoren samen in Oostenrijk in hetzelfde hotel geweest. Hebben half pension gegeten. Misschien heeft de ene wellicht weleens een ander worstje gegeten dan de ander. Maar verder weten we niet wat er aan de hand kan zijn.
Ook wordt gevraagd of we in de tropen zijn geweest. Zeker niet, alleen Oostenrijk dus.
“Daar kunnen deze verschijnselen niet vandaan komen,” Volgens de onderzoekende neuroloog.
En dan komt die zenuwarts met een eerste boodschap: ”We zijn aan het onderzoeken. We weten het nog niet, maar de verschijnselen wijzen in de richting van een hersenvliesontsteking.”

Uiteindelijk zal na onderzoek een en ander duidelijk moeten worden. Nog erger, de neuroloog begint te vermoeden dat er zoiets dergelijks moet zijn.
En dan komt de tweede boodschap: “Als het is wat wij denken, dan is het tien keer zo erg als hersenvliesontsteking.”

Terwijl ik dit hoor denk ik: ‘Tien keer erger? Nou zoiets bestaat toch gewoon niet’.
Ik kan me daar echt niets bij voorstellen. Als zou blijken, dat het een hersenvliesontsteking zou zijn, is het al erg genoeg. Maar helaas, nog wat later blijkt dat het wel zo ernstig is. Er is dan een ontsteking ontdekt midden in de hersenen, blijkbaar niet in de vliezen, maar midden in de hersenen.

De woekering zit in een gedeelte, waar de medische wereld niet aan mag komen, zelfs niet bij in de buurt mag komen. In dit gedeelte van de hersenen kan niet ingegrepen worden.

De doodzieke man wordt geplaatst in een ziekenkamer waar al een paar andere patiënten liggen. Er is definitief gekozen voor afdeling neurologie. Na ruim drie uur spanning verlaat ik het ziekenhuis. Toen nog niet wetende dat het ergste nog moest komen. ’s Avonds gaat een dochter samen met mij nog even in het ziekenhuis kijken.

Reageren? Informatie? anskreb@ziggo.nl