Diversen

[do_widget id=displaycategorieswidget-2]

[do_widget id=tag_cloud-2]

Vrijdagmiddag column 13 november 2020

De vrijdagmiddag columns begonnen op 5 juni 2020 met gedeelten uit de tekst van hoofdstuk 3 van het boek ‘ROTZAKKEN, invloed van micro-organismen op de hersenen’. In dit hoofdstuk is de tekst verwerkt vanuit een dagboek. Een aantal weken zullen in dit blog korte inleidingen van overige hoofdstukken uit het boek worden gepubliceerd. Vandaag een klein stukje uit het begin van hoofdstuk 6:


Hoofdstuk 6

Kempenhaeghe

Natuur-rest 9/30

Natuur-rest-09

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

natuurrest, kleur-ets, 1989
formaat 25 x 18 cm
oplage 30 exemplaren

Tussen het thuis wonen en een nog nader te noemen dagopvang in Baarlo kwam ook het ‘Epileptisch Centrum Kempenhaeghe’ in Heeze meerdere malen in zicht. Er moest vaker onderzocht worden of er iets gedaan kon worden aan die vele epileptische aanvallen. De eerste keer (1991) dat Cees in het centrum ‘Kempenhaeghe’ wordt opgenomen komen we uit bij een centrum voor zorg in de epilepsie. We zien een mooie bosrijke omgeving. Verspreid tussen het groen staan diverse paviljoens. Het centrum ligt buiten het dorp. De omgeving is bij uitstek geschikt om te wandelen. Cees is het natuurlijk niet eens met alles wat hem nu weer overkomt. Het wordt alweer een nieuwe omgeving, totaal vreemd voor hem. Dat betekent alweer opnieuw beginnen omdat hij ook hier moet proberen zich op een totaal andere plek enigszins thuis te voelen. Er volgen een behoorlijk aantal dagen, waarin hij totaal ontredderd is. Tegen een mopperende Cees zeg ik: “Je moet niet zo mopperen, kijk eens goed rond, vakantie man! Je zit nu in een vakantieomgeving. Lekker toch om een aantal weken van te genieten?” “Noem je dit genieten? Niks aan en er is hier niks te doen.” Uiteindelijk is gebleken dat Cees helemaal uit zijn normale doen is. Hij is weer eens weggehaald uit een plek waar hij zichzelf thuis voelde. Uit ‘zijn’ omgeving. Het duurt een hele poos voordat hij een beetje de weg weet in de nieuwe kring. Bezoek komt er weinig. Dat is alleen toegestaan op woensdagavond en in het weekend, als een patiënt niet naar huis kan. In het begin wordt direct gestart met een onderzoek naar epilepsie. Als je bent opgenomen wordt er een EEG gemaakt. een Elektro-Encefalo-Gram gemaakt. Via elektroden op het hoofd wordt de hersenactiviteit in beeld gebracht. Tijdens een epileptische aanval treden in de hersenen elektrische ontladingen op, die meestal als pieken of piekgolven op het EEG te zien zijn. Uit de opname moet dan blijken of het zinvol kan zijn dat de medicijnen worden aangepast of gewisseld worden. Er wordt onderzocht of er medicijnen zijn die de epilepsie in de huidige vorm wellicht kunnen afremmen. Voor Cees een moeilijke, een spannende maar toch wel zinvolle tijd. Voor ons trouwens ook, je verwacht immers een verbetering. De opname is voor ons ook een verlichting in de thuissituatie. We gaan weer even genieten van ons gezinnetje zonder al die sores. In het begin kan Cees niet naar huis komen, zelfs in het weekend niet. Ik ga die zondag naar Heeze en loop wat met hem door het dorp. Heeze blijkt een mooie plaats om rond te wandelen. We vinden een kasteel. We lezen dat het ‘Kasteel Heeze’ dateert uit de zeventiende eeuw. Deze burcht is gebouwd op de plaats waar in de middeleeuwen kasteel ‘Eymerick’ gebouwd werd. Omdat het vorige kasteel in de zeventiende eeuw tot een ruïne vervallen was, besloot de toenmalige nieuwe eigenaar ‘Albert Snouckaert van Schauburg’ tot het bouwen van een geheel nieuw kasteel. Het is in 1735 uitgebreid met de stalgebouwen. Er volgen diverse eigenaren. Eén van die eigenaren, Reinout Diederik liet het kasteel in 1795 ingrijpend renoveren. 

Rotzakken: te koop via: 
www.bol.com.nl
www.probook.nl 
in de expositieruimte: Rijksweg 12 te Reuver 

reageren: anskreb@ziggo.nl 

Vrijdagmiddag column 6 november 2020

De vrijdagmiddag columns begonnen op 5 juni 2020 met gedeelten uit de tekst van hoofdstuk 3 van het boek ‘ROTZAKKEN, invloed van micro-organismen op de hersenen’. In dit hoofdstuk is de tekst verwerkt vanuit een dagboek. Een aantal weken zullen in dit blog korte inleidingen van overige hoofdstukken uit het boek worden gepubliceerd. Vandaag een klein stukje uit het begin van hoofdstuk 5:

Hoofdstuk 5


dagelijks leven

Kleuren-litho 'Dag'

1978
Titel van deze litho ‘Dag’
Oplage: 5 exemplaren in verschillende kleurendruk
Formaat: 33 x 24 cm.

 

“Pakt ‘m beet” en “tjonge, jonge”
Dat zijn stopwoorden die door Cees na zijn thuiskomst wel tien keer per dag gebruikt worden. ‘Pakt ‘m beet’ beheerst zo’n beetje ons dagelijks leven. Dus we pakken ’m maar beet. Elke dag is er wel iets om beet te pakken. Of het nou een fiets in Oosterhout is (zie blz. 55) of een kameel voor Vaderdag (zie blz. 118). Leuk of niet leuk, wij pakken ’m beet. ‘Tjonge, jonge’ we kunnen voorspellen wanneer we deze uitingen voortaan gaan horen. Al eens eerder keek ik terug op een aantal jaren in ons zo veranderde leven. Ze zijn voor ons allemaal zo intens en divers geworden. Heel anders dan het leven dat we gewend waren. Niemand zou vooraf zoiets kunnen bedenken of zich hier iets van voor kunnen stellen. Ons leven staat volledig op z’n kop. Ja, door die twee rotzakken die ervoor zorgden, dat die man zo veranderd is. Je merkt het goed: hij lijdt onder het gemis van zijn kennis. Tevens is het verlies van herkenning een probleem. Ook de steeds maar weer terugkerende stemmingswisselingen zorgen voor een totaal ander leven. En dan de aanvallen, de artsen die druk heen en weer in en uit lopen. We weten niet goed wat we met die veranderde situatie moeten. Hoe kunnen we sturen, hoe vinden we een oplossing voor de ontstane problemen? De eerste verandering merken we als Cees vindt dat die rommel in zijn atelier moet worden opgeruimd met als gevolg dat de aanwezige spullen steeds verplaatst worden. Het wordt bouwen en verbouwen. 

Rotzakken: te koop via: 
www.bol.com.nl
www.probook.nl 
in de expositieruimte: Rijksweg 12 te Reuver 

reageren: anskreb@ziggo.nl 

Vrijdagmiddag column 30 oktober 2020

De vrijdagmiddag columns begonnen op 5 juni 2020 met gedeelten uit de tekst van hoofdstuk 3 van het boek ‘ROTZAKKEN, invloed van micro-organismen op de hersenen’. Mijn keuze om eerst hoofdstuk 3 te behandelen is voortgekomen uit het terugkijken naar het dagboek: 3 maanden ziekenhuis. De komende weken zal in de vrijdagmiddag column steeds een korte aanvang van één van de hoofdstukken uit het boek ‘ROTZAKKEN’ gepubliceerd worden. Vandaag een klein stukje uit het begin van hoofdstuk 2:

Hoofdstuk 2 

het wordt stil hier in huis

Taalteken 10/25

Taalteken-10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Titel van deze ets: Taalteken, kleur-ets, 1999
formaat 25 x 26 cm
oplage 25 exemplaren

Maar dan, het is acht maart 1990. Wat gebeurt er? ‘Het wordt stil hier in huis’.
We hebben juist zo’n mooie lentedag, je voelt het begin van de nieuwe tijd. We krijgen eerst de lente en daarna zal de zomer zijn intrede doen. Eigenlijk is er niks mis met de winter, maar het geeft toch altijd weer een lekker gevoel, als een lange winter weer voorbij is. Elk jaar zijn die eerste zonnestralen om te koesteren. Onder het genot van dit nieuwe lentegevoel valt de stilte. ‘Zelfs die ene vogel, die we niet hebben, kwettert niet meer’. Deze gedachte schoot als een bliksemschicht door mijn hoofd. De vogel kon dus niet meer kwetteren. Dit was voor mij het moment om te besluiten een en ander eens te noteren. Ik wilde alles gaan opschrijven, omdat snel duidelijk werd dat er heftige dingen stonden te gebeuren. Die ene stille vogel! Ik schreef het al: we hebben niet eens een vogel, maar het kwetteren hield wel op. Cees is vandaag ziek, echt ziek… Achteraf blijkt duidelijk dat hij doodziek is. Maar nu lijkt het nog op buikgriep. Hij zegt: “Ik geloof dat ik wel echt ziek ben want als ik de kraan opendraai moet ik braken.” Hij maakt een gespannen indruk. Het lijkt er op dat hij pijn heeft. Maar als je zo duidelijk ziek bent horen spanning en pijn er misschien wel bij. Althans dat denken we zo. Als ik vraag of ik een dokter moet bellen geeft hij aan dat dit niet nodig is. We gaan ervan uit dat er sprake is van een aanval van diarree en braken. Het zal vanzelf wel overgaan. Natuurlijk, zoals je weet, moet je even rekening houden met hetgeen je drinkt en eet, dan komt het wel weer goed toch bij buikgriep? Voorlopig schenken we dus weinig aandacht aan het hetgeen er gebeurt. 

Rotzakken: te koop via: 
www.bol.com.nl
www.probook.nl 
in de expositieruimte: Rijksweg 12 te Reuver 

reageren: anskreb@ziggo.nl 

 

Vrijdagmiddag column 23 oktober 2020

De vrijdagmiddag columns begonnen op 5 juni 2020 met gedeelten uit de tekst van hoofdstuk 3 van het boek ‘ROTZAKKEN, invloed van micro-organismen op de hersenen’. Mijn keuze om eerst hoofdstuk 3 te behandelen is voortgekomen uit het terugkijken naar het dagboek: 3 maanden ziekenhuis. De komende weken zal in de vrijdagmiddag column steeds een korte aanvang van één van de hoofdstukken uit het boek ‘ROTZAKKEN’ gepubliceerd worden. Vandaag een klein stukje uit het begin van hoofdstuk 1:

Hoofdstuk 1

terugblik

De vele wegen der Waarheid

Titel van deze ets: De vele wegen der waarheid,
kleur-ets, 1988 formaat 50 x 32 cm
oplage 10 exemplaren

Jong, onervaren en verliefd, we waren net de tienerleeftijd ontgroeid, toen we elkaar leerden kennen tijdens een uitje. Die eerste avond werd het een paar keer samen dansen. In het begin waren de ontmoetingen een beetje vreemd. Het kwartje viel niet meteen, er was nog geen sprake van intense verliefdheid. We hadden wel interesse in elkaar. Na die eerste keer werd het gezellig met elkaar omgaan. We beleefden in het weekend het uitgaansleven, dansten en het werd verkering. Na drie jaar kwam het tot een verloving en ruim een jaar daarna gingen we trouwen. Langzaam was de liefde, de overtuiging gegroeid. Wij, Cees en Ans, wilden samen verder en we waren ervan overtuigd dat we een schitterend leven voor ons hadden. Nog pas vooraan in de twintig begon onze samenleving. We droomden wat af. Zo jong ben je er immers van overtuigd dat je de hele wereld aan kunt. Dan heb je een toekomst vol mooie dromen voor je, het leven schittert en je gaat ervoor. Gelukkig wel, zo hoort het ook. En getrouwd zijn dat is ‘voor het leven verbonden’. Zo werd ons dat namelijk op het hart gespeld: ‘trouw tot de dood u scheidt’. En dan zit je daar, in een trouwauto. Iedereen gaat gewoon werken en normaal naar school. Een drukte van jewelste. Gek toch, dat de hele wereld gewoon doordraait op jouw trouwdag! Op zo’n belangrijke dag! Natuurlijk was het voor andere mensen een gewone dag. Voor de hele wereld wel, behalve voor ons. Ik voelde op die dag dat gedoe met werk en school enzovoort als iets heel onnatuurlijks aan: ‘die hele wereld is maar bijzaak’. Niemand scheen er rekening mee te houden dat ik trouwde, dat wij trouwden. Dat die man, waarmee ik een heel leven zou willen delen, tijdens de huwelijksplechtigheid voortdurend naast mij zat en dat ons nieuwe leven begon. In overleg met de bank hadden we een woning gekocht in Midden Brabant. We startten ons leven als jonggehuwden en keken uit naar de toekomst. Echter, we wisten nog niet of we het leven dat we voor ogen hadden, met z’n tweeën wel vol zouden maken.
We maakten dit leven samen vol. We zijn inmiddels meer dan vijftig jaar getrouwd. 

Rotzakken: te koop via: 
www.bol.com.nl
www.probook.nl 
in de expositieruimte: Rijksweg 12 te Reuver 

reageren: anskreb@ziggo.nl 

 

Vrijdagmiddag column 16 oktober 2020

De column van 9 oktober eindigde als volgt:
Ja, een baby die aan het groeien is, moet ook steeds in de gaten gehouden worden en een ukkie, een peuter blijf je voorlopig nog volgen. Dat wordt nu dus onze taak ‘voor de schermen’.  

In de periode van drie maanden ziekenhuisopname is een dagboek bijgehouden. Al die medische informatie zou immers nooit onthouden kunnen worden. Voor het schrijven van een waargebeurd verhaal is deze informatie zeer waardevol gebleken. Na bijna drie maanden kwam er gelukkig wel een einde aan die lange periode ziekenhuisopname. Dan wordt je daar toch wel gelukkig van toch? Blij konden we nu verder met ons ‘gewone’ leven. Dachten we… Dat die grote baby, die vader van onze kinderen, de echtgenoot echter helemaal niemand kende, zelfs zichzelf niet, zal blijken. Nu en in de toekomst. Met een flinke hersenbeschadiging kun je ook nog andere symptomen hebben of krijgen. Er volgt een periode van zware epileptische aanvallen. Nieuwsgierig naar het verdere verloop van dit verhaal? De komende weken zal in de vrijdagmiddag column steeds een korte aanvang van één van de hoofdstukken uit het boek ROTZAKKEN gepubliceerd worden. Vandaag een klein stukje uit het begin van hoofdstuk 4:

De afbeeldingen die bij de aanvang van elk hoofdstuk in het boek staan, zijn grafische werken van Cees de Gast, graficus/kunstenaar uit Reuver.

Hoofdstuk 4
Epilepsie

Kleurenlitho: 'Staande Vertaling'

Titel van deze litho: ‘Staande Vertaling
Oplage 5 exemplaren in verschillende kleurendruk, formaat: 46 x 40 cm.

 

 

 

 

 

 


Tekst uit het boek
: Epilepsie, wat is dat nou precies? Het komt voor in vele vormen. Er is bij epileptische patiënten sprake van het meestal plotseling ontstaan van lichte aanvallen tot zeer zware aanvallen. We zien absences, het eventjes afwezig zijn, het plotseling omvallen, het schudden en shaken, soms ook bewusteloosheid. Het kan allemaal. Verlammingsverschijnselen komen soms ook voor. Enz…

In hoofdstuk 4 van het boek ‘ROTZAKKEN, invloed van micro-organismen op de hersenen’ wordt gekeken naar de verschillende epileptische aanvallen die het gevolg zijn van de hersenbeschadiging. Het wordt  hier in huis zo’n beetje lopende bandwerk.

Reageren: anskreb@ziggo.nl 

 

 

Vrijdagmiddag column 9 oktober 2020

De column van 2 oktober 2020 eindigde als volgt: 
Wij zoeken ons suf, want eigenlijk kan hij ook niet naar huis,” hoor ik hem zeggen.
Natuurlijk kan hij niet in een inrichting voor dementie gestopt worden, past daar
absoluut niet. Er is zeker geen sprake van dementie of iets wat daarop lijkt.

Vrijdagmiddag column 9 oktober 2020: 

Hij kan ook niet opgenomen worden in een ouderen-verzorgingstehuis. Daar is hij veel te jong voor. Hij is geen psychiatrisch patiënt, dus kan hij ook niet naar een inrichting binnen de psychiatrie. “Ja, zoals ik al zei: we zoeken ons suf maar vinden tot nu toe geen oplossing. En dan is het ook nog zo, we weten niet in hoeverre uw man nog beter wordt. Dat zal pas over ongeveer anderhalf jaar blijken.” Aldus de psychiater. Naast de mededeling van de neuroloog hoor ik nu dus ook de bevestiging van de psychiater. En dan mag hij in de week na Pinksteren naar huis… welkom! 

welkom thuis
Uiteindelijk is er niets zo fijn dan de thuiskomst van je man en je vader, nadat hij ongeveer drie maanden vanwege ziekte afwezig was. De ontvangst gaat dan ook met opluchting, met oprechte liefde en met verliefdheid gepaard. De pret is er voor ons echter snel vanaf. Het is opnieuw duidelijk dat hij ons niet kent, niet herkent. Zijn dochters niet en mij niet als zijn vrouw. Direct na binnenkomst vraagt hij heel verbaasd: “Wie zijn jullie?” Het wordt alleen maar een: “Hallo, wij zijn je dochters, ik ben je vrouw.” Maar het kwartje valt niet. Lees meer…

Vrijdagmiddag column 2 oktober 2020

De column van 25 september 2020 eindigde als volgt: 
Regelmatig mag hij van eten wisselen als hij zich weer niet heeft kunnen indenken wat hij koos bij de bestelling vanaf de menukaart. Het wordt ‘vervelen’.

Vrijdagmiddag column 2 oktober 2020: 

Wat duurt de tijd dan lang. Van de behandelende neuroloog mag hij niet uit
het ziekenhuis ontslagen worden voordat die specialist een gesprek met mij
heeft gehad. Dat betekent voor mijn man dat hij zo’n twee weken zit te wachten.
Hij heeft het veertien dagen moeilijk met al die vreemde dingen, onbekende
mannen en rare zaken. Regelmatig mag hij van eten wisselen als hij zich weer
niet heeft kunnen indenken wat hij koos bij de bestelling vanaf de menukaart.
Op geen enkele manier blijft er iets van de betekenis van de woorden op de
spijskaart hangen. Hij ziet wel het menu, leest wel de namen van de gerechten
maar hij weet niet wat voor eten er bij de naam op de lijst hoort.
Intussen werkt het uitvoeren van een aantal (voor ons) normale dagelijkse
taken wel goed. Hij gaat zelf naar toilet, doucht zichzelf, kleedt zichzelf aan
en uit. Kortom: zijn verzorging kan hij thans redelijk zelfstandig aan.
Uiteindelijk heb ik dan nog een gesprek met de neuroloog. Lees meer…

Vrijdagmiddag column 25 september 2020

De column van vrijdag 18 september 2020 eindigde als volgt:
Wat hij een keer gegeten heeft was heel lekker. “Wat heb je dan gegeten?” Vragen wij. “Nou gewoon rood met een witte rand.” Wat zou dat dan kunnen zijn? Het blijft bij: “Gewoon rood met een witte rand.”.

Vrijdagmiddag column 25 september 2020:  

En dat is nou juist het eten dat hij met die andere man geruild heeft. Voor ons wordt het logisch, als we maar tekst en uitleg krijgen. Het voorgerecht op de menukaart was tomatensoep. En dat is nu juist iets wat hij helemaal niet lekker vindt. Als ik aan hem vraag of hij tomatensoep heeft gegeten, blijft hij vol overtuiging vertellen dat hij die absoluut niet lust. Maar rood met een witte rand: ‘dat is toch superlekker’. “Jij hebt vast iets heel lekkers gegeten, ben ik van overtuigd. Dan was het wel rode groentesoep” opper ik. We blijven het voortaan, tot op de dag van vandaag, nog steeds zo noemen. Nu nog na al die jaren eten we rode groentesoep in plaats van tomatensoep.
Verder loopt onze patiënt de hele dag wat rond. De heren die bij hem op de kamer liggen, proberen wat met hem te praten en trachten hem bezig te houden. Maar ook dat is moeilijk. In een gesprek merk je vaak niet, dat mijn man, de vader van onze kinderen, niet echt weet waar het over gaat. En dat is nou net iets wat niet bij hem past. Daarnaast is er nog een groot probleem: hij heeft op die kamer geen eigen radio, geen tekenmateriaal of iets nuttigs, waar hij zich mee bezig kan houden. Dat wordt dan dagelijkse verveling. Omdat er geen therapie wordt gegeven en niets gedaan wordt om hem een beetje vooruit te helpen, krijgt hij steeds slechtere zin. Zelfstandig kan hij nog niet werken aan zijn nieuwe leven, aan zijn nieuwe ontwikkelingen. Hij heeft echt hulp nodig bij iedere stap voorwaarts. Lees meer…

Vrijdagmiddag column 18 september 2020

De column van vrijdag 11 september 2020 eindigde als volgt:
Hij ligt weer apart op een kamer. Exact dezelfde kamer waar hij eerst lag. Opnieuw gaan we alles plannen en aanpassen aan het schema en ritme van het ziekenhuis. Weer andere tijden voor bezoek. We nemen ook weer diverse spullen tegen de verveling en ter lering mee.

Vrijdagmiddag column 18 september 2020:  

Och, we nemen alles gewoon weer mee, een radio, wat muziek en tekenmateriaal, kunstboeken en leesboeken, allemaal ter kennismaking en voor de ontwikkeling van het brein.
Onze zieke mag in de omgeving van zijn kamer vrij rondlopen, hij verveelt zich enorm. De therapie staat helemaal stil. In het ziekenhuis wordt hij natuurlijk alleen maar verpleegd. Het enige wat hij daar kan doen, is af en toe met ons een uitstapje maken. We gaan samen met hem naar het winkeltje en restaurant bij de hoofdingang een ijsje eten of koffiedrinken. Voor hem is dat tijdens de bezoekuren een grote afleiding en een geheel nieuwe gebeurtenis. Zoals hij zegt: “Volgens mij heb ik absoluut nog nooit een ijsje gegeten.” Later heeft hij nog veel vaker ‘voor het eerst’ een ijsje gegeten. Lees meer…

Vrijdagmiddag column 11 september 2020

De column van vrijdag 4 september 2020 eindigde als volgt:
De eerste grote etalage die hij ziet maakt zoveel indruk op hem dat hij heel verbaasd en heel hard uitroept: “Wat is dat voor een raar ding. Zoiets heb ik nog nooit gezien. Wat is dat dan? Ken jij dit wel dan?”. 

Column 11 september 2020 uit het boek ROTZAKKEN, HOOFDSTUK 3

De mensen rondom ons blijven plots stil staan en zien mijn man zeer opgetogen naar die etalage turen, ze zien hem uitdrukkelijk wijzen en horen zijn geroep. Mijn directe gedachte is: ‘Oeps, daar hoor ik niet bij! ‘Sorry dames, heren, therapeuten en artsen, geneesheren, kunnen jullie ons niet inlichten’?
Bij alle zorgen hoort dus zeker ook nog een gevoel van gêne, van schaamte. Als mens weet je niet hoe je met dergelijke onverwachte situaties moet of kunt omgaan. Alles in ons leven wat er rondom ons gebeurt, is voor ons gewoon en normaal. Maar voor de zieke blijft alles nieuw. Hij beleeft de hele wereld wel op een zeer interessante manier. En door zijn steeds maar nieuwe ontdekkingen blijven wij ons verbazen. Je komt ook bij vrolijke situaties uit.
Een voorbeeld: iedere keer als wij naar Brabant, naar familie, rijden, zien we bij het verlaten van de autoweg een kunstobject staan. Een grote fiets. Nog voor dat we de autoweg verlaten maken we hem er op attent. We kunnen die fiets dan nog niet zien. “Papa, we weten een heel mooi kunstwerk te staan en dat heb jij nog nooit gezien” hoort hij van de dochter(s). En dan zit hij stomverbaasd te kijken naar een object wat hij al meerdere keren gezien heeft. Het stuur van die fiets is op goothoogte van het appartementencomplex waarvoor de fiets staat. Het zadel op de hoogte van een paar verdiepingen. Voor ons een herkenbare herhaling. Voor hun vader steeds een nieuwe belevenis. “Goh wat mooi, dat heb ik nog nooit gezien. Zou dat er al lang staan?” Vraagt hij iedere keer weer opnieuw. Natuurlijk staat die fiets er al lang, stond er al voordat hij ziek werd. Maar voor hem blijft het altijd weer een nieuwe belevenis. Hij verdiept zich er iedere keer weer opnieuw in en gaat er ook steeds volledig in op. Gelukkig kun je er dus af en toe een grapje over maken. Hoe kun je als leek begrijpen dat alle begrip zo weg kan zijn? Een bacterie, een virusje? En dan zo’n schade in het brein, in die hersenen van een mens?
We gaan alweer met de auto naar Brabant. Als we Roermond naderen (zo’n vijftien kilometer rijden) zijn we voor hem al in Brabant aangekomen. “Maar we moeten nog meer dan honderd kilometer rijden,” ga ik dan maar weer uitleggen. Dan hoor ik naast mij in de auto: “Is dat echt waar, denk jij dat het zover is? Dan gaan we de hele wereld over toch?” Er is helemaal geen besef omtrent de situatie. Totaal geen inzicht over de betekenis: ‘we zijn er nog lang niet’. Lees meer…